Zaterdag 27 juli

We ontbijten weer met papieren borden en plastic bestek en gaan daarna naar de Boone Hall Plantation.

Bij de Boone Hall Plantation krijgen we een indruk hoe het er in de periode van de slavernij aan toe ging. De naam van de plantage komt van John Boone, hij arriveerde als één van de eerste kolonisten in dit gebied. In de 18e en 19e eeuw was Boone Hall een katoenplantage van 8.500 hecatare groot. Er waren tot zo’n 290 slaven aan het werk. Het landgoed werd ook gebruikt als filmlocatie voor diverse films en series, waaronder The Notebook en North and South. 

We bekijken ‘the Big house’ van de baas en de hutten van de slaven en we horen verschillende verhalen aan. Alleen de luxe hutten zijn overgebleven. De luxe hutten waren van steen met een houten vloer, deze waren voor slaven die iets speciaals konden, smid, kok, baksteenmaker etc. De hutten voor de slaven die ‘gewoon’ op de plantages werkten zijn er door slechte weersomstandigheden niet meer. Dit waren houten hutten met een zanderige vloer. We zien waar de plantages zijn geweest en al met al krijgen we een beetje een beeld van hoe het moet zijn geweest. We lopen op deze indrukwekkende plantage zo’n 4 uren rond. We zien hier nog een groepje Amish vrouwen. Toch ook wel bijzonder om te zien, met hun lange jurken aan en kapjes op het hoofd.

We rijden weer van de plantage af en kopen onze late lunch bij de Farmers Market die behoort bij de plantage. Een supermooie winkel met de lekkerste dingen uit eigen regio.

We rijden richting de Isle of Palms om op het strand te lunchen. Het is weekend en dus wel erg druk. Met zand in onze haren, tussen de tenen en achter onze oren rijden we terug en relaxen we nog wat bij het hotel. Morgen naar Savannah.